Windrichting

Windrichting

Een vraag: heeft deze corona-periode jou op een koers gezet die je anders niet zou zijn gegaan en pakte dat positief voor je uit? Of juist niet?

‘I must keep catching the wind with my ears.’
That looks nice, but why is it necessary?
‘I am searching.’
For what?
‘Sometimes we find our true direction in the changing wind.’

 

HOUD GOEDE MOED EN KIPPEN

HOUD GOEDE MOED EN KIPPEN

De kamer waarin ik lig is groen, groene vloer met groene wanden. Alleen het plafond is blauw. Af en toe drijft er een witte wolk over. De kippen scharrelen om mij heen; ze pikken torretjes uit het gras, huppelen weg voor het hondje en kirren vriendelijk als ik ze over hun ruggetjes aai.
Het is stil in ons buurtje, totdat ik de auto van de buurman op het grind hoor, zijn remmen piepen zachtjes. Tuindeuren zwiepen open, er wordt eten op tuintafels gezet. Kinderstemmen, de veren van trampolines trillen. Het geeft me een camping gevoel. Ineens overvalt het me: moedeloosheid. Het maakt me bij vlagen sip dat voor het onder controle houden van COVID-19 het economische offer van sommigen veel groter is dan dat van anderen.

Ik leg het uit, omdat je misschien niet begrijpt wat ik bedoel:
Wij ondernemers gaan ‘aan’ op crisis. Wij denken in kansen en oplossingen, dat maakt ons goede ondernemers. Dus binnen drie weken na de aankondiging van de coronamaatregelen hadden wij nieuwe 1,5 meter producties en concepten ontwikkeld. BAM!
Onze leveranciers werkten mee, allemaal gratis want het waren zelfstandigen die ook vreesden voor hun levensonderhoud op ernstig korte termijn. Enfin, de ‘veilige’ producties en concepten zetten we online, slingerden we de wereld in. Kom maar op, wij zijn klaar voor de nieuwe 1,5 meter maatschappij!
Stilte, er gebeurde niks. Wij waren wel klaar, maar zij nog niet… Onze opdrachtgevers zijn dan over het algemeen ook géén ondernemers.
Ze waren éven met iets anders bezig: lobbyen in Den Haag voor miljarden steun, applaudisseren voor de zorg, mee knikken met virologen, tellen van doden. Het moment dat zij steun ontvingen lanceerden wij onze nieuwe corona-proof-producten. Nog eens drie weken later werden de maatregelen zo versoepeld dat zij weer aan de slag konden. Hun lobby in Den Haag was dik op orde…
Een kipje kijkt me aan, de veertjes op haar kopje staan rechtop, het maakt haar een rock-chick. Ik moet er om glimlachen.
Na zes weken -met overdag veel sporters op de weg, mensen die hun nieuwe auto’s testten of hun verse puppy’s trainden- zag ik de mensen gewoon weer aan het werk en het daarmee druk hebben. Mijn man ook, hij heeft het hartstikke druk. Er is niets wezenlijks in hun leven veranderd.
Gisterenavond waren er zelfs ineens weer feestjes in de tuinen van onze straat. Mijn kippen konden er niet van slapen. De haan begon om 23.00 uur te kraaien vanuit zijn nachthok. Hij begreep niks van al die reuring na weken rust. Ik heb hem maar even op schoot genomen en toegesproken. Daarna sliep hij als een roos.

We zijn nu vijftien weken verder. Ik lig nog steeds op mijn matje in mijn groene kamer, want het is al die weken heerlijk weer. Bijna vier maanden lig ik daar dus al… ben inmiddels gebruind en zie er goed uit. Uitgerust ook. Met mij persoonlijk gaat het dus hartstikke goed en toch is er ook die andere kant: mijn bedrijf gaat niet zo goed. Of beter gezegd mijn bedrijf gaat ronduit KUT. Dat is te zien in mijn gedrag: ik test geen nieuwe auto, heb geen puppy aangeschaft, sporten doe ik binnen en feestjes geef ik niet. Is je dat niet opgevallen? Nu ik het zeg misschien? Wat? O, waarom ik geen feestjes geef?
Omdat ik sip word van alle corona-avonturen van anderen, het thuiswerken, het gemis van collega’s, de nieuwe maatschappij, dat het ‘ergens goed voor is geweest’ (milieu, lokale economie), dat we het toch ‘samen geflikt’ hebben…
Het woordje -geweest- alleen al: ik zit er nog middenin! Samen geflikt? Ik merk daar niks van, mijn offer en het offer van mijn collega’s is onredelijk veel groter dan dat van de meerderheid. En dat wordt niet gezien.

Want alle begrip voor de maatregelen, natúúrlijk, maar compenseer dan wel de bedrijven en hun personeel, die er nog steeds onder lijden.
Ook als hun Haagse lobby niet goed op orde is.
Gewoon omdat dat eerlijk is.
Daan de Haan kukelt, mijn rock-chick kirt als een dolle, ze heeft een ei gelegd. Zij lullen er niet over. Dan mag ik de moed hebben verloren, ik heb in ieder geval mijn kippen nog.

 

ZONDER MUNT GEEN MEDAILLE

ZONDER MUNT GEEN MEDAILLE

Van de week wandelde ik over het strand met een vriend. Hij putte troost uit het relativeren van iets groots dat hij op dit moment meemaakt. Hij huilde en hij lachte en had het idee dat hij al best ver was in zijn proces. Daar had hij gelijk in, hij is al ver gekomen in korte tijd. Wat een geweldenaar, niets dan bewondering en respect voor de veerkracht en levenslust die hij ten toon spreidt. De wandeling en het gesprek zette me aan het denken.

Relativeren is iets geks. Het helpt om te accepteren wat er is en het maakt ook verdrietig. Twee kanten van dezelfde medaille. Mooie visualisatie van wat relativeren is, een medaille. ‘You win some, you loose some.’ Kop of munt, het is een keuze. Zo lijkt het…, als ik andere mensen moet geloven.
En daar gaat het mis. Het is geen keuze, het gaat samen. Kop en munt, winnen en verliezen gaan hand in hand. Ja duh, hoor ik je denken. Maar het gaat dieper, ik leg het uit.
Relativeren helpt om zaken in een breder perspectief te zien, zodat jouw besogne dragelijk wordt en aan de andere kant maakt het verdrietig als jouw ding niet doorleeft wordt, niet gevoeld, niet aangegaan wordt.
Dat laatste gebeurt als andere mensen jouw probleem relativeren. Het geeft je het gevoel dat wat je voelt niet belangrijk is, dat je zeurt. En daar zit de kneep. Het is niet aan anderen om jouw issue te relativeren, dat is enkel en alleen aan jou voorbehouden, want alleen jij kan het doorvoelen en beleven, zodat het dragelijk wordt.
Voor relativeren is gevoel nodig. Zonder munt is er namelijk geen medaille.

#Koekeloere denkt er het zijne van.

Er zijn meer sterren in het heelal dan zandkorrel op aarde, Koekeloere. Wist je dat?
‘Echt?’
Ja, echt.
‘Dan hebben we geluk dat er hier maar eentje in het water valt.’

There are more stars in the universe than grain of sand on Earth, Koekeloere. Did you know?
‘Really?’ Yes really.
‘Then we’re lucky that only one falls into the water here.’

HOE SIMPELE DINGEN BLIJ MAKEN

HOE SIMPELE DINGEN BLIJ MAKEN

Vakantie, meer dan dertig graden en we sloffen door de enige hippy market die Ibiza deze week weer open gooit. Clubs, cafés, feestjes niks van dat al in Ibiza. Het eiland is sereen, zoals we dat kenden in de jaren zeventig, volgens mij het decennium waarin Ibiza is uitgevonden. Enfin, we slepen ons zweterig langs jurkjes, kristallen en sieraden en daar zit ze… onder een eenvoudige parasol. Boven een mondkapje kijken twee staalgrijze ogen kijken ons vrolijk aan. Het geheel is afgetopt met een knotje waaruit donkerbruine krullen springen. Ze heet Tania Panés. Dat wat we niet zien maakt me nieuwsgierig. Later zoek ik haar op in het internet-universum en ja hoor, bloedstollend prachtige vrouw. Zo eentje waar je als andere vrouw trots van wordt; tenminste dat heb ik altijd.
Maar we staan daar dus, voor haar tafeltje onder die parasol. Ze typt gedichten naar aanleiding van een thema dat wij geven. Met lange sterke vingers ramt ze op een typemachine, ‘Corona 1920’ staat er in gouden krulletters op. Het apparaat had niet kunnen vermoeden dat het honderd jaar later een beruchte naam zou dragen. Letters verschijnen op handgeschept papier, Engelse woorden met spelfouten. En dat gedicht maakt ons hele gezin zo blij! Ze vraagt een gift, ja zoiets is onbetaalbaar…, wat hebben we nog aan cash bij ons tegenwoordig? We vinden wat verloren muntjes in verschillende portemonnees, ze is er blij mee. Het is waar: simpele dingen maken blij, het is leuk om te krijgen en om te geven.
Tania brengt me op een idee: Ik, met mijn delen-is-vermenigvuldigen levensmotto, ga persoonlijke Koekeloeres maken! Waarom moet het altijd mijn thema zijn? Iedereen heeft wel een onderwerp, woord of foto waarover Koekeloere iets zinnigs kan zeggen. Shotjes optimisme noem ik ze, omdat je er simpelweg zo blij van wordt.
En als je dan een paar verloren munten vindt onderin je tas, zijn dat voor mij de stille getuigen van waardering die maken dat ik doorga op mijn ingeslagen pad!

ODE AAN DE STILLE HELDEN

ODE AAN DE STILLE HELDEN

-GEDICHT-

Op het kerkplein kreeg je voor een euro drank
De kok zette zuchtend afhaalzakjes op een plank
De kassière bediende zonder bescherming haar klant
Niemand ging voor de vakkenvuller aan de kant

In een kamertje vier hoog, zette zij de fluit aan de mond
Blies de Mattheus voor wie horen wilde, zij was nog gezond

Hij monteerde gepassioneerd zijn filmarchief
Het gaf inspiratie, het was ontzettend lief 

‘De kunstenaar geeft troost in deze barre tijd’ schalde de TV
Publiek laafde zich aan zijn talent, het zat niemand mee
De kunstenaar speelde en werkte ook zonder brood
De troost droogde op, want de kunstenaar was dood

De zieken knapten op, de doden werden begraven
Maar de mensen konden zich nergens meer aan laven

Want het was al een tijdje stil, het was oorverdovend
Waar is de kunstenaar? Hij was zo veelbelovend!

De pijn van de epidemie werd in stilte gedragen
Had hij er maar geld voor moeten vragen