Van de week wandelde ik over het strand met een vriend. Hij putte troost uit het relativeren van iets groots dat hij op dit moment meemaakt. Hij huilde en hij lachte en had het idee dat hij al best ver was in zijn proces. Daar had hij gelijk in, hij is al ver gekomen in korte tijd. Wat een geweldenaar, niets dan bewondering en respect voor de veerkracht en levenslust die hij ten toon spreidt. De wandeling en het gesprek zette me aan het denken.

Relativeren is iets geks. Het helpt om te accepteren wat er is en het maakt ook verdrietig. Twee kanten van dezelfde medaille. Mooie visualisatie van wat relativeren is, een medaille. ‘You win some, you loose some.’ Kop of munt, het is een keuze. Zo lijkt het…, als ik andere mensen moet geloven.
En daar gaat het mis. Het is geen keuze, het gaat samen. Kop en munt, winnen en verliezen gaan hand in hand. Ja duh, hoor ik je denken. Maar het gaat dieper, ik leg het uit.
Relativeren helpt om zaken in een breder perspectief te zien, zodat jouw besogne dragelijk wordt en aan de andere kant maakt het verdrietig als jouw ding niet doorleeft wordt, niet gevoeld, niet aangegaan wordt.
Dat laatste gebeurt als andere mensen jouw probleem relativeren. Het geeft je het gevoel dat wat je voelt niet belangrijk is, dat je zeurt. En daar zit de kneep. Het is niet aan anderen om jouw issue te relativeren, dat is enkel en alleen aan jou voorbehouden, want alleen jij kan het doorvoelen en beleven, zodat het dragelijk wordt.
Voor relativeren is gevoel nodig. Zonder munt is er namelijk geen medaille.

#Koekeloere denkt er het zijne van.

Er zijn meer sterren in het heelal dan zandkorrel op aarde, Koekeloere. Wist je dat?
‘Echt?’
Ja, echt.
‘Dan hebben we geluk dat er hier maar eentje in het water valt.’

There are more stars in the universe than grain of sand on Earth, Koekeloere. Did you know?
‘Really?’ Yes really.
‘Then we’re lucky that only one falls into the water here.’