RITME VINDEN NA VERANDERING

RITME VINDEN NA VERANDERING

Of: Hervinden van jeugdige moed – vervolg

Het viel mij niet mee om een nieuw ritme te vinden nadat ik in 2019 besloot mijn bedrijf van de hand te doen en nieuwe zaken wilde onderzoeken. Ondertussen dwong corona mij om thuis te werken en ná corona moest ik wortel schieten op een nieuwe werkplek. Als dan privé kinderen uit huis gaan en ouders ziek worden is het vinden van een nieuw ritme een uitdaging!

Heel langzaam voel ik dat ik erin begin te komen, als een schildpad die je boven water denkt te zien en als je duikt, ineens lijkt verdwenen door het andere perspectief onder water. Ik zeg ‘lijkt’ want de schildpad is er wel! Wat heb je nodig om hem weer te vinden, weer in het ritme te komen?

Een paar weken terug herhaalde ik in mijn socials een column over het ‘hervinden van jeugdige moed’, waarin ik mijn voeten in te krappe ski-schoenen perste en gillend een ijzige helling afging. Ik haakte af, in de war over het wetenschappelijke feit dat ik als middelbare vrouw mijn jeugdige moed zou moeten hervinden en deze niet vond in de bergen.
Nu, twee jaar later kwam ik uit de bergen en het was een fantastische week! Wat was er veranderd?
Het antwoord is dat ik mijn jeugdige moed heb terug gevonden! Het heeft niets te maken met dapperheid of andere stoere zaken die je zoal in de bergsport kan beleven. Ik heb de moed gevonden om het te regelen zoals ík het wil, zodat het voor mij óók leuk is.

Hoe dat eruit ziet? Nou heel simpel: niets reserveren van te voren, geen skis, geen liftpas, nada. In de ochtend vroeg opstaan en uit het raam kijken hoe het weer en de sneeuw is en dan besluiten of de sneeuw vers en de lucht blauw genoeg zijn. In the moment. Zo ja, na de yoga en het ontbijt met de rest meewandelen naar de skilift en in de winkel ernaast de ski’s en de pas regelen. Ja, heus dat kan, want er staat géén rij en je krijgt de nieuwste ski’s, want de oude zijn al vergeven op die drukke aankomstdag aan de FOMO types die gereserveerd hebben en daarvoor graag en met stress uren in de rij hebben gestaan. s’ Avonds lever je het zooitje weer in, dat bespaart een zweetpartij in de benauwde lockerruimte, zwaar gesjok op je skischoenen trappen op en af en ook honderd piek voor de huur van zo’n verwarmde kluis. Allemaal voordelen dus.
De grauwe dagen ga je niet met het gezin mee, maar blijf je lekker in het appartement om te werken, lezen en tussendoor een boodschapje te doen of een wandeling te maken door de stilte van het besneeuwde bos. Tegen de tijd dat je weer zin krijgt in gezelschap maak je op je gemak het borrelplankje klaar voor je gezin, terwijl je luid meebrult met je eigen muziek. Ook steek je vast de kaarsjes aan. Nog even alleen, maar wat fijn daar zijn ze: je schatjes. Rozige wangen. Zalig!
Kortom: het inrichten voor mezelf, zonder mij daarover bezwaard te voelen, dat vroeg jeugdige moed. Die was ik even kwijt, omdat ik naar de verkeerde dingen zocht.

Dit inzicht nam ik mee van deze vakantie, dat van die schildpad weer in een andere. Al die inzichten probeer ik nu in mijn dagelijks leven te voegen. Het biedt zoveel ruimte dat ik van de hoge bergen ook de oceaan in kan duiken. Het komt neer op goed voelen, elke vezel in mijn lijf nalopen en daar eerlijk naar luisteren. Daarna gaan we het inrichten zodat het klopt voor mij.
Precies dat brengt ritme. Het duurt even, maar ineens voel je dat er weer een swing in komt. Een ander ritme, een onbekend ritme, want hij komt voor het eerst van binnenuit. Dat voelt alsof ik een ballon ben en niet het kind met die ballon in de hand aan een draadje. Ik ben de ballòn, de ballon die zich losmaakt omdat het de wind voelt en daarop naar de zon wil vliegen.

Ballon

www.zandtekenaar.nl

 

WORD JE GELUKKIG ALS JE JEZELF BENT?

WORD JE GELUKKIG ALS JE JEZELF BENT?

De Griek Aristoteles zei dat je jezelf bent als je doet waar je je lekker bij voelt, dat zou dan bij je passen, want dat is je aangeboren talent. Het leven gaat volgens hem hierover: ontdekken wat je kan, je talent zoeken en dat dan ook gaan doen. Lekker in je comfortzone zitten, dat is je essentie en dan word je gelukkig.
De Fransman Sartre walgde hiervan, alsof alles al voorbestemd, ergens in een groot boek bedacht, zou zijn. Hij ging voor de keuzevrijheid die we hebben als mensen. Zijn collega en geliefde Simone de Beauvoir had hem dat ingefluisterd: “Lieverd, Je bent geweldig, maar je excuses ben ik zat. Je wordt wie je bent in interactie met anderen.” Ze wees hem op zijn vrienden die zijn leven vorm gaven en op zijn eigen verantwoordelijkheid hierin. Ze accepteerde niet meer het excuus: “schat, zo ben ik nu eenmaal”. Sartre dacht na over de woorden van zijn vriendin en realiseerde zich dat hij zijn verantwoordelijkheid ontliep met slappe excuses, die Aristoteles zienswijze hem ingaf. Vervolgens schreef hij boeken vol over de maakbaarheid van het bestaan, de existentie.
De Amerikanen hebben hun cultuur hierop gebouwd: je succes is van jou (winner) en je verlies is ook enkel en alleen van jou (loser). Geen empathie voor losers dus…
Ik dacht vroeger ook: als je maar hard werkt kan je alles bereiken, een bodem voor diepe teleurstelling, faalangst en depressies. Want als je geen handen hebt, is het erg moeilijk om concertpianist te worden. Dit is een heldere voorbeeld, maar ik zie om mij heen dat ouders hun kinderen niet reële kansen toedichten, blind voor persoonlijkheid en wil van het kind.
Wie heeft er nu gelijk? Aristoteles of Sartre? Wat is nu jezelf zijn?
Is het worden wie je bent of zijn wie je wordt?
Maakt het je gelukkig als je je talent ontwikkelt, omdat je dat talent nu eenmaal hebt? Of wordt je gelukkig om te streven en te worden wie je wilt zijn? Wanneer ben je nu jezelf?
En word je gelukkig als je jezelf bent?
Eten we vanavond Grieks of Frans? Of allebei?
Wat vind jij ervan Koekeloere?
DE EERSTE KEER

DE EERSTE KEER

Trouwe lezers weten dat wij al jarenlang met veel plezier kippen houden. Inmiddels waren wij toe aan een derde generatie en afgelopen april kwamen de kuikens. De hele buurt liep uit, ouders en kinderen kwamen dagelijks langs om de pluizige bolletjes te knuffelen. De kipjes groeiden, werden pubers en uiteindelijk volwassen… in de vakantie, in onze afwezigheid.
Dat kippen volwassenen zijn merk je het eerst aan hun stemgeluid, hennen blijven stil en hanen gaan kraaien nog voordat hun pronkveren zichtbaar zijn. Dat gebeurde…, ze kraaiden bijna allemaal. Het concert was onovertreffelijk volgens de appberichten van onze nieuwe buren. Nou ja, nieuw, sinds kerst woonden de twee echtparen al naast ons. Met hun kinderen hadden we al kennis mogen maken via de kuikens, maar zelf waren ze nog niet toegekomen om zich aan ons voor te stellen. Neem in acht dat het vol in coronatijd is. Enfin, de hanen gaven reden voor een eerste gesprek via whatsapp.
Met gevaar voor eigen leven snelden we terug naar huis en nog voordat de auto was uitgepakt, plukte ik de hanen van het nest, om ze de volgende dag terug te brengen naar de boer.
Eén haan bleef (het is zoveel leuker kippen houden met een haan erbij) en ik voedde hem op zijn kukelen te beperken. Ja, geloof me, dat kan. De nieuwe buren gunden mij daarvoor een week, wederom per app, waarvoor ik hen dankbaar was. Let wel… hun goodwill was geslonken tot het vriespunt. Na vijf dagen begreep de haan de boodschap. Rust keerde terug in ons groene wijkje aan de rand van het natuurpark.
Totdat de hennen luidruchtig lieten weten dat zij eieren konden leggen… Ik hield mijn adem in, geen whatsappjes deze keer.
De whatsapp stilte gaf mij moed de buurtjes eens te bezoeken met een zoenoffer: de eerste eitjes. Een mens dient immers te beseffen dat hij iets goed te maken heeft voor dat wat hij eet. Vergeet niet, die eerste eitjes zijn niet te versmaden… Het zoenoffer deed zijn werk, de eerste kennismaking met ons mocht dan onovertreffelijk zijn geweest, de tweede was toch zeker hartelijk.
En de haan? Die noemen we Thor, de moeilijk opvoedbare zoon van de oppergod Odin. Niet vaak maar gericht gooit hij zijn hamer naar de aarde en dan zullen we het wel verdiend hebben….
NIET UITGESPROKEN VERWACHTINGEN

NIET UITGESPROKEN VERWACHTINGEN

‘Niet uitgesproken verwachtingen zijn garanties voor teleurstellingen.’
Dat flapte een héérlijke vriendin van me eruit, in reactie op de #Koekeloere over verlangen vorige week. Nu ben ik nogal van het uitspreken, het ‘benoemen’ van zaken. In mijn familie wordt dat over het algemeen als irritant ervaren. Waarschijnlijk confronteer ik ze óf met teleurstellingen die te dichtbij komen of met het vertrouwen in mijzelf en dat is natuurlijk ook … met iemand praten die ‘vol is van zichzelf’, want dat denk je dan, als je zelf niet lekker in je vel zit… Enfin, daar wilde ik het niet over hebben.
Teleurstellingen, daar wil ik voor nu even op voortborduren. Het is mijn thema deze weken, of eigenlijk al veel langer realiseer ik me.
Toen ik na mijn afstuderen in 1995 meer dan 75 keer was afgewezen op mijn sollicitatiebrief, moest ik een nieuwe droom maken. Dat zei ik ook hardop tegen iedereen die het wilde horen, soms snotterend van verdriet.
Een geruststellende gedachte is dat teleurstelling hét thema is van ieders leven. Dat zag ik nog niet op mijn 25ste, dan denk je nog dat je de enige bent die is mislukt, maar nu, twee keer zo oud, weet ik dat ieders leven bestaat uit heen en weer bewegen tussen verlangen, het niet uitkomen ervan, het verdriet erover, om vervolgens vol energie naar iets anders te gaan verlangen… met het gevaar om opnieuw teleurgesteld te worden… enzovoort. Nee, niet enzovoort! Natuurlijk leer je ook kijken naar wat er wèl lukt en dat is best veel. En wees mild voor anderen die nog niet zo ver zijn, voor hen zou het kunnen lijken alsof je ‘vol bent van jezelf’! O nee, die afslag zouden we bewaren voor een volgende column.
Ik ben het type dat succes en mislukking deelt met anderen. Dat geeft wel eens ongemak bij mijn omgeving, zeker bij verdriet om een mislukking, falen. Ik probeer ervoor te waken om geen zeurkous te worden, een slachtoffer, of dat lukt weet ik niet, maar ik ben me er wel van bewust dat er een punt komt dat je weer omhoog moet bewegen: dat heet met een werkwoord: groeien. Groeien is dus hard werken.
Dan het volgende punt, verlangens kan je niet ‘uit’ zetten, iets wat wel gesuggereerd wordt als mensen tegen je zeggen: ‘je moet niet zulke verwachtingen hebben’, lees mijn vorige column. Het is menselijk te dromen waar je naartoe wilt, te dromen over iets bijzonders, want dat is het vaak: je wilt het verschil maken in de wereld, je wilt ertoe doen. Heb ik gelijk of niet, geef toe: daar droom jij toch ook van?
Omdat je verlangen niet uit kunt zetten, maakt het je ziek als je niet mag toegeven aan jezelf of je omgeving, dat je verdrietig bent over het feit dat je leven niet is zoals je hoopte. Dat verdriet beleven en integreren in je identiteit (het hoort bij je, lees: groei) is de enige weg naar een ander leven, met een nieuw verlangen dat hoop geeft.
Zeg #Koekeloere wat lig jij er sip bij, heb ik gelijk of niet?
 
Ben je teleurgesteld, Koekie?
‘Ja, dat mag hoor!’
Natuurlijk joh…
… en nu?
‘Ik ben bezig.’
Waarmee?
‘Met een nieuwe droom verzinnen!’
Windrichting

Windrichting

Een vraag: heeft deze corona-periode jou op een koers gezet die je anders niet zou zijn gegaan en pakte dat positief voor je uit? Of juist niet?

‘I must keep catching the wind with my ears.’
That looks nice, but why is it necessary?
‘I am searching.’
For what?
‘Sometimes we find our true direction in the changing wind.’