Homo Sapiens
‘Geen.’
Niet?
Zeg me dan wat ik moet doen zodat het dragelijk wordt.
‘Vat moed om je kwetsbaar te tonen.’
‘I must keep catching the wind with my ears.’
That looks nice, but why is it necessary?
‘I am searching.’
For what?
‘Sometimes we find our true direction in the changing wind.’
Van de week wandelde ik over het strand met een vriend. Hij putte troost uit het relativeren van iets groots dat hij op dit moment meemaakt. Hij huilde en hij lachte en had het idee dat hij al best ver was in zijn proces. Daar had hij gelijk in, hij is al ver gekomen in korte tijd. Wat een geweldenaar, niets dan bewondering en respect voor de veerkracht en levenslust die hij ten toon spreidt. De wandeling en het gesprek zette me aan het denken.
#Koekeloere denkt er het zijne van.
Er zijn meer sterren in het heelal dan zandkorrel op aarde, Koekeloere. Wist je dat?
‘Echt?’
Ja, echt.
‘Dan hebben we geluk dat er hier maar eentje in het water valt.’
There are more stars in the universe than grain of sand on Earth, Koekeloere. Did you know?
‘Really?’ Yes really.
‘Then we’re lucky that only one falls into the water here.’
Vakantie, meer dan dertig graden en we sloffen door de enige hippy market die Ibiza deze week weer open gooit. Clubs, cafés, feestjes niks van dat al in Ibiza. Het eiland is sereen, zoals we dat kenden in de jaren zeventig, volgens mij het decennium waarin Ibiza is uitgevonden. Enfin, we slepen ons zweterig langs jurkjes, kristallen en sieraden en daar zit ze… onder een eenvoudige parasol. Boven een mondkapje kijken twee staalgrijze ogen kijken ons vrolijk aan. Het geheel is afgetopt met een knotje waaruit donkerbruine krullen springen. Ze heet Tania Panés. Dat wat we niet zien maakt me nieuwsgierig. Later zoek ik haar op in het internet-universum en ja hoor, bloedstollend prachtige vrouw. Zo eentje waar je als andere vrouw trots van wordt; tenminste dat heb ik altijd.
Maar we staan daar dus, voor haar tafeltje onder die parasol. Ze typt gedichten naar aanleiding van een thema dat wij geven. Met lange sterke vingers ramt ze op een typemachine, ‘Corona 1920’ staat er in gouden krulletters op. Het apparaat had niet kunnen vermoeden dat het honderd jaar later een beruchte naam zou dragen. Letters verschijnen op handgeschept papier, Engelse woorden met spelfouten. En dat gedicht maakt ons hele gezin zo blij! Ze vraagt een gift, ja zoiets is onbetaalbaar…, wat hebben we nog aan cash bij ons tegenwoordig? We vinden wat verloren muntjes in verschillende portemonnees, ze is er blij mee. Het is waar: simpele dingen maken blij, het is leuk om te krijgen en om te geven.
Tania brengt me op een idee: Ik, met mijn delen-is-vermenigvuldigen levensmotto, ga persoonlijke Koekeloeres maken! Waarom moet het altijd mijn thema zijn? Iedereen heeft wel een onderwerp, woord of foto waarover Koekeloere iets zinnigs kan zeggen. Shotjes optimisme noem ik ze, omdat je er simpelweg zo blij van wordt.
En als je dan een paar verloren munten vindt onderin je tas, zijn dat voor mij de stille getuigen van waardering die maken dat ik doorga op mijn ingeslagen pad!