-GEDICHT-
Op het kerkplein kreeg je voor een euro drank
De kok zette zuchtend afhaalzakjes op een plank
De kassière bediende zonder bescherming haar klant
Niemand ging voor de vakkenvuller aan de kant
In een kamertje vier hoog, zette zij de fluit aan de mond
Blies de Mattheus voor wie horen wilde, zij was nog gezond
Hij monteerde gepassioneerd zijn filmarchief
Het gaf inspiratie, het was ontzettend lief
‘De kunstenaar geeft troost in deze barre tijd’ schalde de TV
Publiek laafde zich aan zijn talent, het zat niemand mee
De kunstenaar speelde en werkte ook zonder brood
De troost droogde op, want de kunstenaar was dood
De zieken knapten op, de doden werden begraven
Maar de mensen konden zich nergens meer aan laven
Want het was al een tijdje stil, het was oorverdovend
Waar is de kunstenaar? Hij was zo veelbelovend!
De pijn van de epidemie werd in stilte gedragen
Had hij er maar geld voor moeten vragen