Vandaag las ik ergens dat meisjes voor hun puberteit slim, origineel en uitgesproken zijn. Tijdens de puberteit zouden ze dat verliezen. Dan wordt het riskant om op te vallen en wordt hun moed en eerlijkheid getemperd en vertonen ze conflictmijdend gedrag. Ze passen zich aan op wat er van ze wordt verwacht. Op middelbare leeftijd komen ze hiervan losser en vinden dezelfde meisjes hun jeugdige moed weer terug.
Ha, dacht ik: we worden weer wie we al die tijd al waren!

Vandaag op de piste raakte ik in de war hierover. Het begon goed, met een halfuurtje yoga op het balkon van ons luxe chalet. Het was knisperende koud en ik keek uit over de met zon overgoten berghellingen, terwijl de kinderen het ontbijt klaarzetten. Zoonlief passeerde met ferme pas het balkon, op weg naar de warme bakker voor verse broodjes.
Bij het ontbijt overviel het me: per direct moe van alle gekwetter over afspraken die nodig waren en de beslissingen die uiteindelijk bij mij werden neergelegd (terwijl ik me heel bewust om deze reden uit de discussies hield). Ik sprak mijn ergernis uit, ging het conflict aan (ja ja het klopte wat ik las!) en werd gesust dat ik beter die pil had kunnen blijven slikken…
Gehannes met ski’s en schoenen die pijn deden. In de lift naar boven, was ik er al helemaal klaar mee. Eigenlijk was ik dat elk jaar wel. Maar we passen ons aan, omdat manlief en de kids het zo tof vinden, die wintersport. Elk jaar vatte ik moed op die tweede dag en zette me over dat gevoel heen. Twintig jaar lang. Vandaag echter geen moed, dat verwarde me, want op middelbare leeftijd zou de moed juist weer terugkomen toch? Ik gaf me volledig over aan wat ik al die jaren al voelde en ging brullend de piste af.
Ik werd wie ik al die tijd al was: een zeurend oud wijf dus. Alleen nu paste het bij mijn leeftijd. Vandaag toonde ik mijn ware gezicht. Vervolgens voelde ik me daar schuldig over, het bedierf de sfeer nogal. Vanmiddag me dan toch maar weer aangepast.
Werd het toch nog gezellig.