In de zonnige achtertuin van een vrijstaande villa, ontvangen Roland en Erica Spekkoper het hoogblonde echtpaar hartelijk. Het stel mag plaatsnemen op de steigerhouten stoelen aan de rustieke tafel. De prachtige dochter veert uit een van de stoelen en haar bruine ogen lichten op. Het meisje schiet schichtig de woonkamer in, innig verstrengeld met een nog jonge kip. Ze hebben net nieuwe kuikens en dit haantje heet Karel. Enige naam voor een haan.
Erica begint honderduit te praten over dat ze het gedrag van haar dochter wel begrijpt. Het echtpaar luistert geduldig. Als de blonde vrouw haar wil onderbreken vraagt Erica of zij haar alsjeblieft wil laten uitpraten, want die dochter van hun geeft namelijk nooit antwoord als haar in de klas iets wordt gevraagd, ook heeft ze nooit de goede boeken mee en het lampje op haar fiets blijft maar stuk. Daarbij komt dat ze zit te dromen in de klas. Geen wonder dat haar slimme dochter dan even een schop onder haar stoel geeft of haar tas van de balustrade gooit. Dan wordt hun dochter tenminste wakker. Het is volkomen terecht dat haar dochter het gedrag van hun dochter corrigeert. Juist fijn toch?
Roland zit er stilzwijgend naast. Als het blonde echtpaar de aandacht op hem richt is hij schor.
“Erica is een enorme moederkloek, ze beschermt haar kinderen.”
Na drieëntwintig minuten kijkt de blonde man op zijn horloge, hij vraagt Erica of ze klaar is. Ja, ze is klaar en staat op, of het duo nog iets wil drinken? Heeft Roland hierop nog iets te zeggen? Nee, alles is gezegd. Erica gaat weer zitten en leunt achterover.
Het blonde echtpaar krijgt de beurt. Ze leggen uit dat ze weten dat hun kind bijzonder is en irritatie kan oproepen, maar dat het nog geen reden is haar zó te pesten dat ze de afgelopen drie maanden op de wc haar lunch nuttigt, uit angst hun mooie dochter, met haar gevolg, tegen te komen. Erica haalt haar schouders op, ze blijft bij haar verhaal.
Als de hoogblonde vrouw haar met ijzig zwoele stem voorlegt dat zij dus voortaan tegen Erica’s achterwerk mag schoppen als ze met de hond langs wandelt, reageert Erica met verbijstering.
“Hoezo, wat is dit voor belachelijks?”
“Nou”, legt de vrouw rustig uit.
“Wij irriteren ons aan jouw dikke billen, daar kan je natuurlijk niks aan doen, maar in jouw redenering is het dus geoorloofd dat daar tegenaan geschopt mag worden. Ter correctie.”
Pas bij het uitgaan zegt Roland Spekkoper weer iets. Hij waardeert het dat zijn blonde buurtjes hun dochter naar een andere school gaat sturen, weg van hun mooie dochter. Hij vraagt of zij binnenkort ook hun huis moeten laten schilderen en of het een goed idee is om dat dan samen te doen, ze wonen immers bij elkaar in de buurt en sámen is altijd voordeliger? Het blonde echtpaar vindt het een ‘reuze goed idee’.
Wat doen we dit toch correct, we doen onze naam eer aan, denkt Roland tevree.