Windrichting
‘I must keep catching the wind with my ears.’
That looks nice, but why is it necessary?
‘I am searching.’
For what?
‘Sometimes we find our true direction in the changing wind.’
‘I must keep catching the wind with my ears.’
That looks nice, but why is it necessary?
‘I am searching.’
For what?
‘Sometimes we find our true direction in the changing wind.’
Van de week wandelde ik over het strand met een vriend. Hij putte troost uit het relativeren van iets groots dat hij op dit moment meemaakt. Hij huilde en hij lachte en had het idee dat hij al best ver was in zijn proces. Daar had hij gelijk in, hij is al ver gekomen in korte tijd. Wat een geweldenaar, niets dan bewondering en respect voor de veerkracht en levenslust die hij ten toon spreidt. De wandeling en het gesprek zette me aan het denken.
#Koekeloere denkt er het zijne van.
Er zijn meer sterren in het heelal dan zandkorrel op aarde, Koekeloere. Wist je dat?
‘Echt?’
Ja, echt.
‘Dan hebben we geluk dat er hier maar eentje in het water valt.’
There are more stars in the universe than grain of sand on Earth, Koekeloere. Did you know?
‘Really?’ Yes really.
‘Then we’re lucky that only one falls into the water here.’
Om corona te bestrijden moeten we groot denken, het effect van je gedrag heeft immers effect op het grote geheel. Tegelijkertijd dwingt het sociale isolement ons om te genieten van het kleine, anders houden we het niet vol. Nog nooit stond groot en klein denken zo dicht bij elkaar. #Koekeloere denkt er net zo over en neemt het er van.
‘Ik heb geleerd hoe je in het nu kunt leven.’
Hoe dan, Koekeloere?
‘Ik zoek een rustig plekje, sluit mijn ogen en adem.’
Klinkt goed en dan?
‘Dan concentreer ik me.’
Waarop, Koekeloere?
‘Op kippetjes.’
‘I learned how to live in the moment.’
How, Koekeloere?
‘I’m looking for a quiet place, close my eyes and breathe.’
Sounds good and then?
‘Then I’ll focus.’
On what, Koekeloere?
‘On chickens.’
‘Raar eigenlijk, wij zien alleen onze buitenkant, maar bijna alles gebeurt van binnen.’
Wat is jouw ontdekking van vandaag, Koekeloere?
‘Een koe.’
Wat vond je daaraan zo bijzonder?
‘Haar naam lijkt op de mijne en toch is ze anders dan ik.’
Vond je dat spannend?
‘Eventjes wel, maar ik ontdekte dat wie zij is, goed is.’
What is your discovery today, Koekeloere?
‘A cow.’
What was so special about it?
‘Her name looks like mine and yet she is different from me.’
Was that exciting for you?
‘For a while, but I found out who she is, is good.’