BLUF YOUR WAY INTO

Doe elke dag iets wat je eng vindt, maar wel past bij jouw waarom.

Denk je nu werkelijk dat iets er al is voordat het op de markt komt? Echt niet, vaak is het gewoon een idee dat op de markt gezet wordt en pas als het aanslaat gaat men erin investeren. Dat is het geheim van goede ondernemers. Bluf dus gewoon eens wat vaker. Denk daar deze ochtend eens over na. Heb je iets te bluffen?

Zou je hier eens verder over willen praten?
Maak dan hier een afspraak voor een vrijblijvende telefonische sparsessie om te kijken of we jouw vraag helder krijgen.

Mindful zakendoen en succesvol gelukkig
Deze shotjes worden gepubliceerd op mijn facebookpagina van HenriekFabriek onder de noemer ‘Zondagochtendgedachte’. Deze gedachte is nieuw in mijn werk als sparringpartner, hiermee deel ik de vruchten van een kwart eeuw ondernemerschap. Soms zoek je als zzp-er, ondernemer of professional onafhankelijke ruggenspraak. Liefst van iemand die zelf gepokt en gemazzeld is.

In de facebookgroep Mindful zaken doen, succesvol gelukkig ontmoet je andere ondernemers en professionals. Deze groep is voor ondernemers en professionals met vragen over hun persoonlijke ontwikkeling en strategisch doelen. Gooi je vragen in de groep en samen komen we verder.

CULTUUR INZETTEN OM GELD TE VERDIENEN?

CULTUUR INZETTEN OM GELD TE VERDIENEN?

Kunst en cultuur wordt ingezet om geld te verdienen.
Dat elke euro uitgegeven aan cultuur er meer dan drie oplevert is al jaren bekend. Toch is het imago van cultuur er eentje van een kostenpost in plaats van een verdienmodel.
Ik hoopte zo dat deze crisis een kans zou zijn om voor eens en voor altijd dit beeld over kunst en cultuur de nek om te draaien. Er is hoop want de Raad voor Cultuur adviseert een nieuw kabinet om jaarlijks 477 miljoen euro extra te investeren in de culturele sector, want:
“De totale sector is goed voor zo’n 320.000 banen, 4,5 procent van de totale werkgelegenheid. Daar komen de positieve effecten qua omzet en werkgelegenheid in aanpalende sectoren als horeca, beveiliging, infrastructuur en techniek nog bij.”
Precies wat ik en vele anderen met mij (www.cultuurinactie.nl) in onze columns en programma’s benadrukten. Als sector waar 70% als zelfstandige werkzaam is, is het moeilijk druk uit oefenen in de politiek (er valt niemand te ontslaan, lees: op straat te zetten).
Ik ben dankbaar dat het is opgepakt en nu hopen dat een nieuw kabinet het óók gaat erkennen door het bedrag te verdubbelen misschien? Een investeerder zou het doen met een vooruitzicht van 300% winst… (resultaten uit het verleden zijn geen garanties voor de toekomst… O nee, bij cultuur geldt: resultaten uit het verleden zijn wèl garanties voor de toekomst!)
WETEN WAT JE WIL IS BEGEERTE

WETEN WAT JE WIL IS BEGEERTE

‘Onderscheid maken tussen wat je wel wilt en wat je niet wilt komt voort uit begeerte.’

Dat las ik laatst in de leer van Tao. Nu hoor je regelmatig mensen zeggen: ‘ik weet in ieder geval nu wat ik níet wil’ en dat wordt dan positief bevestigd door de ander. Maar volgens de Tao-filosofie is dit verlangen naar duidelijkheid nu precies wat ons mensen ongelukkig kan maken. Niet positief dus: weten wat je niet wilt. Snap je het nog? Ik moest hier jaren over nadenken dus schaam je niet. Eenvoudiger gezegd komt het erop neer dat wanneer je verlangend naar jezelf en de wereld kijkt, teleurstellingen op de loer liggen.

Ja, een open deur, denk je nu misschien. Ik vond dat toch écht héél ingewikkeld, want hoe zit dat dan met verwachtingen, is dat hetzelfde als verlangen? Met die vraag heb ik jaren geworsteld. Iedereen zei tegen me dat ik geen verwachtingen moest hebben. Niet van mezelf en niet van mensen, niet van je collega’s, je familie, je kinderen, van niemand. Dus dat probeerde ik en ik raakte enorm gefrustreerd. Elke keer sloeg ik mezelf mentaal hard: stom stom, doe ik het weer, ik had dat niet mogen verwachten, sorry sorry. Herkennen jullie dit?

Ik verwacht namelijk dat mensen van nature goed zijn, dat is het MENSBEELD dat ik heb. Dat klinkt misschien filosofisch, maar het is heel concreet. Wat als iemand je uitscheldt, stel je dan je grens? Je kan je schouders ophalen of een proces verbaal op laten maken, of je gaat dat gedrag corrigeren. Mag je teleurgesteld zijn als het toch weer gebeurt?

Gelukkig geeft de leer van Tao ook hier antwoord op.

‘Door niet te verlangen op een bepaalde manier te zijn, maar alles van jezelf te accepteren,  dan pas kan je echt jezelf zijn.’
Het hebben van hoge idealen en verwachtingen is onderdeel van wie ík ben. Het is misschien niet zo’n toffe eigenschap van me, maar het hoort bij mij. En…dan moet ik ook zo stoer zijn de andere kant ervan, de teleurstellingen, zélf te dragen (dus niet bij de ander neer te leggen).
Dit bewust worden geeft me meer controle en rust. Dus ik corrigeer onwenselijk gedrag en haal mijn schouders op als het niet stopt. Toegegeven het lukt me (nog) niet altijd, maar het bespaart me driftbuien tijdens familiaire gelegenheden, laat me lachen om mijn eigen gebreken en het geeft me een neus voor goed zaken doen. Kortom: het maakt succesvoller, gelukkiger.
Het is namelijk zoals het is en dat accepteren is lastig, maar zeker de moeite waard. Wat vind jij #Koekeloere?
Merk jij soms ook dat er energie weglekt en kan je je vinger er niet opleggen? Kan je wat ruggenspraak gebruiken om succesvoller te worden in werk en leven? Wil je hier eens over sparren? https://henrikevanengelenburg.nl/sparren
NIET UITGESPROKEN VERWACHTINGEN

NIET UITGESPROKEN VERWACHTINGEN

‘Niet uitgesproken verwachtingen zijn garanties voor teleurstellingen.’
Dat flapte een héérlijke vriendin van me eruit, in reactie op de #Koekeloere over verlangen vorige week. Nu ben ik nogal van het uitspreken, het ‘benoemen’ van zaken. In mijn familie wordt dat over het algemeen als irritant ervaren. Waarschijnlijk confronteer ik ze óf met teleurstellingen die te dichtbij komen of met het vertrouwen in mijzelf en dat is natuurlijk ook … met iemand praten die ‘vol is van zichzelf’, want dat denk je dan, als je zelf niet lekker in je vel zit… Enfin, daar wilde ik het niet over hebben.
Teleurstellingen, daar wil ik voor nu even op voortborduren. Het is mijn thema deze weken, of eigenlijk al veel langer realiseer ik me.
Toen ik na mijn afstuderen in 1995 meer dan 75 keer was afgewezen op mijn sollicitatiebrief, moest ik een nieuwe droom maken. Dat zei ik ook hardop tegen iedereen die het wilde horen, soms snotterend van verdriet.
Een geruststellende gedachte is dat teleurstelling hét thema is van ieders leven. Dat zag ik nog niet op mijn 25ste, dan denk je nog dat je de enige bent die is mislukt, maar nu, twee keer zo oud, weet ik dat ieders leven bestaat uit heen en weer bewegen tussen verlangen, het niet uitkomen ervan, het verdriet erover, om vervolgens vol energie naar iets anders te gaan verlangen… met het gevaar om opnieuw teleurgesteld te worden… enzovoort. Nee, niet enzovoort! Natuurlijk leer je ook kijken naar wat er wèl lukt en dat is best veel. En wees mild voor anderen die nog niet zo ver zijn, voor hen zou het kunnen lijken alsof je ‘vol bent van jezelf’! O nee, die afslag zouden we bewaren voor een volgende column.
Ik ben het type dat succes en mislukking deelt met anderen. Dat geeft wel eens ongemak bij mijn omgeving, zeker bij verdriet om een mislukking, falen. Ik probeer ervoor te waken om geen zeurkous te worden, een slachtoffer, of dat lukt weet ik niet, maar ik ben me er wel van bewust dat er een punt komt dat je weer omhoog moet bewegen: dat heet met een werkwoord: groeien. Groeien is dus hard werken.
Dan het volgende punt, verlangens kan je niet ‘uit’ zetten, iets wat wel gesuggereerd wordt als mensen tegen je zeggen: ‘je moet niet zulke verwachtingen hebben’, lees mijn vorige column. Het is menselijk te dromen waar je naartoe wilt, te dromen over iets bijzonders, want dat is het vaak: je wilt het verschil maken in de wereld, je wilt ertoe doen. Heb ik gelijk of niet, geef toe: daar droom jij toch ook van?
Omdat je verlangen niet uit kunt zetten, maakt het je ziek als je niet mag toegeven aan jezelf of je omgeving, dat je verdrietig bent over het feit dat je leven niet is zoals je hoopte. Dat verdriet beleven en integreren in je identiteit (het hoort bij je, lees: groei) is de enige weg naar een ander leven, met een nieuw verlangen dat hoop geeft.
Zeg #Koekeloere wat lig jij er sip bij, heb ik gelijk of niet?
 
Ben je teleurgesteld, Koekie?
‘Ja, dat mag hoor!’
Natuurlijk joh…
… en nu?
‘Ik ben bezig.’
Waarmee?
‘Met een nieuwe droom verzinnen!’
JE BENT TENMINSTE GEZOND

JE BENT TENMINSTE GEZOND

Eerder gepubliceerd mei 2020- voorspellende column

‘Je bent tenminste gezond’, zei zijn buurvrouw. Het geblondeerde haar wapperde voor haar gezicht, terwijl haar jonge labradoodle een ruk gaf aan de lijn. Ze verloor haar evenwicht. Zijn eigen hondje snuffelde tussen de jonge rietstengels langs de sloot. Civil was blij dat er meer dan anderhalve meter tussen hen in zat, want het liefst had hij haar op haar smoel geslagen.
Hij had zijn vuisten dieper in zijn vest gestoken en was doorgelopen. Nog zo eentje die hij vaak te horen kreeg: ‘Je vindt er wel wat op, dat doe je altijd.’ Hij had zich keurig gedragen door niet direct steun aan te vragen. Dat werd ook verzocht; als de nood niet aan de man was, of je dan later wilde aanvragen. Dan konden de ambtenaren de druk verspreiden en echte noodgevallen het snelst helpen. Hij had geld voor investeringen aan de kant gelegd, dus hij kon wel even wachten. Maar in de tweede week al deden de miljoenen-bedrijven een beroep op overheidssteun. Op TV stelden niemand hen de vragen die Civil steeds kreeg, zoals deze: ‘je hebt toch wel een buffertje?’ Was het dan gebruikelijk dat die grote bedrijven jaarlijks álles uitkeerden aan aandeelhouders en bonussen voor de directieleden? Civil zou wel te dom zijn om de argumentatie achter de miljarden steun te begrijpen.
Hij werd er onzeker van en vooral misselijk, had zijn keurige gedrag resoluut opzij gezet en steun aangevraagd. Een ambtenaar had hem ’s avonds laat zelfs nog gebeld en hem verteld dat hij graag overuren maakte omdat anderen zo in de problemen zaten. Het was een zachtmoedige man, dat kon Civil horen aan zijn verlegen stem. De man had het erg gevonden voor Civil. De vriendelijke woorden deden hem goed.
Een paar duizend euro kreeg hij, 10% van zijn volledige omzetverlies… tot nu toe dan. Hij had het binnen een week binnen. Precies genoeg voor drie weken, dan zou het toch wel over zijn?
Na acht weken zeiden mensen tegen Civil: ‘Kop op zeg, we doen het samen.’ Hij had zijn mond gehouden. De mensen gingen door, veilig in hun salaris leunend. Sommige klaagden dat ze wel 10% van hun salaris moesten inleveren. Of dat hun afdeling wel drie weken dicht ging. Civil sloeg een arm om hen heen. ‘Toch fijn dat ze daarna weer aan de slag kunnen hè?’, knikte hij empathisch.
Hij kreeg nooit een betrokken vraag terug. Zouden mensen bang zijn voor het antwoord? Het ‘samen doen’ had hij zeker niet goed begrepen.
De koning sprak het volk toe: ‘Toen werd de keuze voor ons gemaakt. Nu maken we zelf een keuze. In het belang van leven en gezondheid.’ Civil stond achter de keuze, was trots op zijn land en koning.
Andere woorden leken over hem te gaan. Het trof hem. Civil schaamde zich direct, hoe durfde hij zijn situatie te vergelijken met die van de Joden? Toch gingen de koningswoorden over hem: ‘Medemensen, medeburgers in nood, voelden zich in de steek gelaten, onvoldoende gehoord, onvoldoende gesteund, al was het maar met woorden.’
Om anderen te beschermen kon Civil niet doen waarvoor hij op aarde was. Dat was nu even zo, hij begreep het. Echt. Maar het uitzichtloze sloeg Civil lam. Niet voor lang, want creatief als hij was bedacht hij weer wat, want zo was hij: oplossingsgericht, altijd bruisend van de energie.

Mensen keken weg toen Civil de deur van zijn bedrijf sloot, ze staken op veilige afstand over naar de andere kant van de straat.
Hij liep naar huis, zijn hondje huppelde naast hem. De roodbruine vacht glansde in het zonlicht. De lucht kwam Civil al weken lang onnatuurlijk blauw voor. Toch was het zo, de zon lachte iedereen toe. De tulpen in de perken hingen slap. Hij moest hoognodig zijn eigen tuintje sproeien, zo vroeg in het jaar en dan al zo droog.
Via de winkelruiten zag hij dat zijn huid gebruind was, hij zag er goed uit. Het was warm en Civil ritste zijn jas open. Zijn telefoon sloeg tegen zijn rugtas, hij graaide hem uit zijn jaszak. De hond gaf een ruk, moest een poepje draaien. Het beestje keek weg van hem, alsof hij zich schaamde voor wat hij deed. Civil glimlachte en keek op het schermpje van zijn telefoon. Had hij likes op zijn Facebookpagina? Zijn zonnebril moest af om het goed te kunnen lezen: ‘Zeur en klaag toch niet zo’, schreeuwde iemand op social media. Hij begreep het niet. De koning had toch gezegd: ‘Niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet ‘normaal’ maken wat niet normaal is’ ?
De drol was nog warm toen hij het van de stoep schepte, de prullenbak was gelukkig dichtbij.

Toen trok de wind het blad van de bomen op het plein. Binnenkort gingen de cafés daar sluiten, er kwamen te weinig mensen, omdat het theater er naast gekocht was door een investeerder, die nog niet wist wat ervan te maken. Kleine musea hadden kale muren. Boekhandels hadden lege kasten, geen nieuwe boeken meer in het aanbod. De tv’s gingen op zwart. De stad werd alweer stil. Civils werk werd geveild en gekocht door directieleden van grote bedrijven. Zijn vrienden hadden zijn hondje nog gezien, toen hij een stuk kauwgom van de putdeksel likte.

Er was niks te doen! De mensen zaten wéér thuis in huis. Ze werden er boos van. ‘Waar zijn ze, die gasten die TV maken, musea vullen, boeken schrijven en podia vullen met muziek en theater?’, riepen ze.
De koning sprak: ‘Ze zijn gestopt met werken.’
‘Waren ze ziek dan?’ de mensen hadden rimpels in hun voorhoofden.
‘Nee, ze waren tenminste gezond’, de koning stak een wijsvinger in de lucht.
‘Waarom zijn ze dan gestopt met werken?’, zuchtten de mensen.
‘Ze zijn verdwenen’, antwoordde de koning kortaf. Hij krabbelde met de vinger aan zijn neus.
‘O, hadden ze dan geen buffertje?’
‘O jawel, maar die ging op.’
‘Waaraan dan?’ de mensen schudden verward hun hoofden.
‘Aan de tv-programma’s, voorstellingen en verhalen die ze steeds weer bedachten, maar niemand wilde ervoor betalen.’
‘Nu willen we er wel voor betalen! Hier, we hebben geld.’ Ze staken hun creditcards in de lucht.
‘Ik weet niet waar ze zijn, ze zijn zoek’, de koning plukte aan zijn baardje. ‘Hebben jullie ze nog gesproken?’
De mensen dachten na, keken elkaar aan, wenkbrauwen gefronst.
De koning boog zich voorover naar de mensen. ‘Ik heb nog zo gezegd, niet wegkij…’
‘Ja zeg, we wisten het toch niet?’ De mensen werden nog bozer.
‘Zij hebben hun mond niet opengedaan en daarom kunnen wij niet relaxen na deze moeilijke periode. Kunstenaars, lui en ondankbare gasten zijn het.’